Zoeken
Je ontwikkelt verder artistieke en fysieke vaardigheden die je in de lagere graad aangereikt kreeg: lenigheid, kracht, uithouding, snelheid, weerstand, en coördinatie. In de hogere graad gaat de nadruk steeds meer liggen op het aanleren van dansante en virtuoze variaties.
De technische les bestaat uit een aantal oefeningen aan de barre, in het milieu en op diagonaal. In de les artistieke training wordt de leerstof in dansante combinaties of in een leuke choreografie omgezet.
In de lessen hedendaagse dans staat de relatie en het contact van de danser met de grond centraal. We gebruiken eenvoudige bewegingspatronen door de ruimte die gebaseerd zijn op de ademhaling, de snelheid en het loslaten van energie om de relatie tussen ons centrum en de gewrichten te activeren.
Heb je altijd al willen dansen, of zou je graag je passie van vroeger opnieuw willen beleven? Of ben je op zoek naar een plek waar je je danservaring nog wat kan uitbreiden? Dan kan je bij het Conservatorium terecht op maandag of donderdag in de dansles voor volwassenen.
De dansles is opgebouwd uit een klassieke ballet training aangevuld met hedendaags, modern en jazzdans. We werken aan lenigheid, conditie en kracht en gaan ook op zoek naar onze creativiteit in beweging door improvisatie.
Vanuit het samen musiceren gaan we op zoek naar waar de verscheidenheid aan klankkleuren, waar ons instrumentarium zo rijk aan is, ons brengt. Door het grote aanbod aan instrumenten is de samenstelling van de groep steeds weer anders en gaan we van opzwepende ritmes op de taiko-trommels naar de meer melodieuze klanken op marimba of vibrafoon. Soms louter ritmisch of melodisch in kleinere groepen, dan weer gemengd in grote groep, de ene speelt liever een begeleidende rol, de andere staat liever in de spotlights.
Met meer dan zeventig trompet leerlingen hebben we in Conservatorium Leuven één van de grootste (zo niet de grootste) trompetklas van het land. Daar moesten we uiteraard iets mee doen.
In de lessen woordatelier krijg je heel wat handige tips over hoe je bewuster kan spreken, spelen, staan en bewegen voor een publiek. Je leert de klinkers, tweeklanken en medeklinkers correct uitspreken. Een goede ademhaling en juiste lichaamshouding helpen je om beter te articuleren. Uiteindelijk zal je met je stem kunnen reiken tot de achterste rij!
De barokhobo werd omstreeks 1680 in Frankrijk vanuit de schalmei ontwikkeld. Om aan de eisen van de muziek uit die tijd te kunnen voldoen, werd de boring aangepast. Ook het riet en het gebruik ervan werden verfijnd. Daar waar bij de schalmei het riet vrij trilt wanneer erop geblazen wordt, wordt bij de barokhobo veel meer controle op het riet uitgeoefend door de lippen (het ‘embouchure’). Zo krijgt de hobo zijn elegante en zangerige klank die ook op het moderne instrument nog steeds zo kenmerkend is.
De lessen begeleidingspraktijk zijn een aanvulling op de lessen orgel en klavecimbel. Voor klavecimbel oefen je in de eerste plaats het spelen van basso continuopartijen en het lezen van de becijferde bassen. Bij orgel gaat er meer aandacht naar het zoeken van gepaste begeleidingen bij liederen, bijvoorbeeld kerkmelodieën.
In de cursus begeleidingspraktijk krijg je inzicht in de opbouw van composities en harmonieën. Daarbij ligt de klemtoon voornamelijk op improvisatie, bijvoorbeeld op harmonische schema's of baslijnen.
In de lage koperklas komen verschillende instrumenten aan bod: tenor- en bastrombone, bariton en euphonium en ook de tuba passeren de revue. Dit geeft de mogelijkheid om verscheidene ensembles te maken zoals trombonetrio, trombonekwartet, het euphoniumkwartet. Ook concerteerden de lage kopers reeds vaker als sectie in het groot koperensemble (samen met het trompetensemble).